Bijenhoning is niet zomaar honing!
Dinsdag 3 december was Louis Janssen als spreker te gast bij Lions Club Rheden. Louis is imker en nam de aanwezigen mee in het wel en wee van de Bij. Sinds een paar jaar zijn de Lions actief op de NL Doet dag. Daar ligt ook de relatie met Louis. Tijdens NL Doet worden door de Lions percelen klaargemaakt en ingezaaid met eenjarige bloemenzaad, voor de Bijen dus. Louis vertelde over het eerste grote NL Doet initiatief voor Bijen op de Beemd bij Velp. Hoe de toenmalige braakliggende terreinen, zo’n 12000 m2, werden ingezaaid met mosterdzaad en korenbloemen. Dat vormde ook de aanleiding om in de gemeente Rheden op meerdere plaatsen zaad voor bloemen uit te zaaien. Op de huidige Beemd is geen ruimte meer voor bloemrijke percelen, de Zilverlindes echter dragen met hun bloei wel weer bij aan de nectartochten van de Bijen. Dat vormde ook het bruggetje naar de Bij zelf. Het bijenjaar loopt van 1 augustus tot 31 juli, niet synchroon aan ons kalenderjaar. Waarbij drie periodes voor de nectar belangrijk zijn. Het vroeg voorjaar, de zomer en het najaar. Iedere periode kent een eigen stuifmeel patroon. Het voorjaar is van het meeste belang omdat het stuifmeel nodig voor de “groei” van het bijenvolk. De koningin legt in de zomer ca. 2500 eitjes per dag en moet daar optimaal voor gevoed worden. De bijen bouwen dan ook aan de wasplaten. Een bijenvolk wordt gehouden in een kast die bestaat uit een broedkamer en een honingkamer. Als de imker de honing gaat ophalen maakt hij gebruik van een zg. Bijenuitlaat. De bijen zijn dan allemaal in de broedkamer. Bij voldoende honing gaat de imker de honingkamer ramen ontzegelen (vrijmaken van was) en de ramen slingeren. De honing komt dan vrij voor gebruik. Het Bijenvolk houdt de kast op een temperatuur van 35 graden Celsius. Is het volk te klein dan lukt het niet om deze temperatuur vast te houden, het volk sterft dan af. Bijen gebruiken Propolis van kastanjebomen om de kast af te dichten, propolis is ook bacteriën remmend. Onder optimale omstandigheden levert een volk ca. 45 kg. Honing.
Na de zeer uitgebreide informatie over het bijenleven beantwoorde Louis vragen van de aanwezigen. Water is belangrijk voor de Bij. Een Bij leeft in de zomer 6 weken, de overwinteraars echter 6 maanden. Voor nectar vliegt een Bij maximaal 3 kilometer rondom de kast. Om aan te geven waar nectar is doet een Speur Bij een zg. Rondedans voor de vliegbijen zodat zij de plaats kunnen vinden. Bijenvolken hebben een eigen geur, “wachtbijen” houden indringers buiten. Wordt de nestgeur minder, dan ontstaan er een zwermplannen. Er is sprake van afname van de bijenstand, ingezaaide bloemstroken zorgen nu weer voor voldoende voedsel. Daarentegen vormt de Aziatische Hoornaar een grote bedreiging. Bestrijdingsmiddelen vormen ook een bedreiging voor de bijenstand. Bij Lelieteelt wordt bijvoorbeeld 114 kg. werkbare stof per hectare gebruikt. Tenslotte liet Louis zien dat een Klotsbeute (een holle boom) de eerste vorm van bijenkorf was. Na een inspirerend en zeer gedetailleerd verhaal van Louis weten de Lions nu waar het gezegde “bezige Bij” vandaan komt. Het zijn zeer nijvere en onmisbare beestjes.