Met deze vraag opende Ed Woudstra zijn presentatie op 6 juni bij Lions Club Rheden. De rode draad in zijn presentatie was het waterbeheer in Nederland in al zijn facetten. Hij behandelde de verschillende watersnoodrampen uit het verleden, die uiteindelijk hebben geleid tot wat we nu kennen als Rijkswaterstaat en het beleid voor waterbeheer. Vervolgens ging Ed in op de geschiedenis van de aanleg van polders en dijken en de invloed van klimaatverandering op het waterbeheer in Nederland. Hoe kunnen we zout water buiten houden en tegelijkertijd zorgen voor voldoende schoon en zoet water voor ons dagelijks gebruik? Daarnaast besprak hij hoe we de rivieren bevaarbaar kunnen houden, gezien de enorme economische belangen die hiermee gemoeid zijn. Dit alles maakt het waterbeheer in Nederland zeer complex. Het vereist het plaatsen van stuwen in rivieren om de bevaarbaarheid te waarborgen, maar ook het herstel van de loop van beken en kleine rivieren om de natuur te herstellen. Het inklinken van de bodem en periodes van extreme nattigheid en droogte zijn enkele van de variabelen waarmee beleidsmakers rekening moeten houden. Ed illustreerde deze complexiteit door de ontwikkeling van het gebied rondom de IJssel toe te lichten, waarbij het behoud en de verdere ontwikkeling van het Bronbos in Ellecom als tastbaar voorbeeld diende.
